Van koe naar struisje.. waarom niet?

Weet je wat gek is? We praten al jaren over “de planeet redden”, terwijl die dat eigenlijk niet nodig heeft. De aarde overleeft wel — het zijn wij, de mensen, die het lastig gaan krijgen als we haar blijven uitwringen als een oude dweil.

Neem nu onze koe. Een sympathiek dier, maar eentje dat dorst heeft als een marathonloper en veel plaats nodig heeft. Voor één biefstukje gaat er duizenden liters water door de kringloop, en weilanden zo groot als een voetbalveld. Lekker, ja. Slim? Niet echt.

Maar een betutteling zoals te lezen stond in het Laatste Nieuws hoeft nu ook weer niet. En vooral de zinsnede “voor een betere wereld”, brrrr. Dat werkt vaak averechts.

Wie de wereld rondkijkt, ziet dat onze voedselkeuzes landschappen vormen. Weilanden, maïsvelden en sojaakkers bepalen niet enkel wat op ons bord ligt, maar ook hoe water, bodem en energie gebruikt worden. En net daar wringt het schoentje bij rundvlees.

Een koe is namelijk een kampioen in ruimte en water verbruiken. Voor één kilo rundvlees is duizenden liters water nodig en een flinke lap grond voor gras of veevoeder. Dat is geen drama op zich, maar op wereldschaal zorgt het ervoor dat bossen verdwijnen en dat er minder plaats overblijft voor natuur en andere landbouw.

Daarbovenop groeit de wereldbevolking nog elke dag. Rond 2050 zullen we met bijna 10 miljard mensen zijn. En terwijl het aantal mensen stijgt, stijgt ook de welvaart. De Human Development Index (HDI) toont dat steeds meer landen toegang krijgen tot beter onderwijs, gezondheidszorg en inkomen. Mooi nieuws — maar dat betekent ook dat er meer mensen zijn die zich vlees kunnen veroorloven. De vraag naar vlees neemt dus wereldwijd toe, net op het moment dat onze planeet haar grenzen laat voelen.

Daarom zoeken boeren en wetenschappers naar efficiëntere bronnen van eiwit. In die zoektocht duikt steeds vaker een onverwachte kandidaat op: de struisvogel.

Struisvogels zijn aangepast aan droge gebieden. Ze hebben minder water nodig, zetten hun voer sneller om in vlees en stoten nauwelijks methaan uit. In landen als Zuid-Afrika is dat al lang bekend: daar draaien volledige bedrijven op deze grote loopvogel. Ook in Vlaanderen wagen pioniers zich eraan, zoals het bedrijf Schobbejakshoogte, waar struisvogels grazen in plaats van koeien.

Het idee is eenvoudig maar slim: minder druk op grond en water, meer lokale waarde. Boeren die overschakelen, tonen ondernemingszin en passen zich aan een veranderend klimaat aan.

Als we onze voedselproductie bekijken met de bril van aardrijkskunde — dus vanuit ruimte, klimaat, energie en duurzaamheid — dan past de struisvogel perfect in het plaatje van een slimmere landbouw met kleinere voetafdruk.

Misschien hoeven we dus niet de planeet te redden, maar gewoon onze voedselkeuzes hertekenen. En dan zou een bord “struis-friet” plots niet zo vreemd meer klinken.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *