Niet enkel één grote zandbak
Hét clichébeeld van deze vegetatie is de desolate uitgestrekte zandbak waarin een caravaan toearegs met hun kamelen een bleekhuidige sterveling redden van de dood door uitdroging. Woestijnen worden echter niet door de temperatuur, maar door neerslag karakteristieken gekenmerkt.
“Woestijn” is de verbastering van woestenij of gebrek aan vegetatie door watertekort. Wanneer de jaarneerslag minder dan 200 mm is immers de kans op groen haast onbestaande.
Een tweede misverstand is dat een woestijn altijd een “zandbak” is. Dit is slechts gedeeltelijk waar. Rotswoestijnen of hamada’s zijn de oerwoestijnen. Door intense temperatuursschommelingen brokkelen deze echter af en brokstukken worden door vooral de wind verder verkruimeld door hun hete schuurbandadem. Vanuit deze steenwoestijnen worden de fijnste kruimels door de wind verzameld. Obstakels vormen kleine ophopingen, die gestaag groeien. Eens hoog genoeg komen deze hopen in beweging en gaan ze zingend op wandel. Doorheen de tijd breidde vele ‘warme’ woestijnen zich op deze manier uit.
Woestijnen zijn niet gebonden aan temperatuurszones
Een andere reden waardoor sommige stukken aarde zo droog zijn is omdat ze in de regenschaduw van hoge gebergtes liggen. Het schoolvoorbeeld zijn de droge stukken ten noorden van het dak van de wereld. De Takla Makan is zo onbekend, maar hét voorbeeld van een gematigde woestijn.
De Atacama woestijn als voorbeeld aanhalen is voor leerlingen net wat moeilijker te vatten omdat de Stille Oceaan er aan grenst. Hetzelfde verhaal voor Skeletoncoast in Namibië, waar de heersende windrichting wolken weg drijft van het land.
IJswoestijnen
Maak het helemaal voor de leerlingen mindfuck want ijs is toch bevroren water, dus regent daar dus toch! Niet? Tja. Wat als dat ijs daar nu al ettelijke jaren ligt. Hier komt de definitie van woestijn alszijnde een plek met een gebrek aan vegetatie handig van pas. Maar een witte vlakte zonder enige zichtbare vorm van leven mag je een woestenij noemen.