Toegegeven het is een zalige reclame!
Van het moment dat de eerste zonnestralen het ‘klimaat’ voor een barbecue aangenaam genoeg maken, ruik je het ‘burenkruid’ 5 tuinen verder alvast. “Ken je dat gevoel?”
Keerzijde van de medaille is het verwonderingwekkend gevoel dat net op dat moment de vleesrekken van diverse warenhuizen ‘ineens’ bergen gemarineerd en ander kruidig vleesje klaar hebben liggen!?
Op marcgroet schreef ik eens een Engelstalig stukje over hoe de keuzevrijheid zorgt voor immense bergen overschot. Doe er nog eens de logistieke keten bij langs de warenhuiskant én de kwakkelzomer van 2021 en je zal merken dat wij ergens een paradigmatische denkfout aan het bestendigen zijn:
Op het niveau van leerlingen uitgelegd, klinkt het zo
Thuis willen ze een barbecue voor 10 personen houden
Maak het jezelf gemakkelijk en bied iedereen kip aan! Reken op op 1 borst en bil per persoon. De sausjes vullen de gaatjes: Andalouse, mayonaise, ketchup ( curry én tomaat ), tartaar en misschien nog black pepper.
Maar om niet die saaie gastheer te zijn, worden er 3 vleessoorten aangekocht: kip, worsten en steaks.
Okay! Maar…., hoeveel stukken vlees moet je nu kopen?
10 van elk, in de veronderstelling dat iedereen 4 stukken vlees eet?
Wat als 3 stukken volstaan, welk stuk laat je dan in aantal vallen?
Dit ongemakkelijke evenwicht tussen een goede gastheer en een zuinige huisvader is nét die keuzestress die in alle sectoren van de voedingsindustrie kan worden gevoeld. De warenhuizen moeten die vragen ondervangen door de koeltogen netjes aan te vullen met diverse keuzes van diverse gezinnen in de buurt. Stockbeheer, ervaringen en wat reclamesturing helpen hierbij. Maar ook die prijzenslag om het concurrerende warenhuis of keurslager te slim af te zijn geeft heel wat spanning.
Het is in het voordeel van de levensmiddelenbedrijven. De consumenten kopen toch al te veel, juist omdat er zoveel keuze is. Op die manier heeft het bedrijf een grotere omzet. Over de overschotten hoeven ze zich toch geen zorgen te maken! Maar wie betaalt al dat “gelag”, da’s uiteindelijk de producent van al vlees: de veehouder.
Het is een van die vragen die in mij opkwamen toen ik oplossingen aan het formuleren was om in de nabije toekomst 8 miljard monden te voeden, maar zette zich verder na het plaatsen van deze post over hoe boeren altijd maar bekritiseerd worden terwijl net zij altijd maar weer op de grillen van de vrije markt moeten inspelen.