Waarom steek ik (te) veel tijd in deze manier om het vak in de kijker te zetten…
Al vanaf mijn eerste lessen moest ik mezelf bewijzen. In 1992 startte ik in het Sparrendal, een technische school waar de deliberatieprocedure wel straf was. De leerlingen hadden recht op 2 uren vakbuis. Dus ofwel was het de combo geschiedenis-aardrijkskunde ofwel godsdienst die het konden vergeten in die klas.
Eens ik begon met vanillepudding en vlierbessensap platentektoniek uit te leggen of met een touwtje, hamer en wit zand Foucault’s proef herhaalde, was de ban voor het vak én lesgeven gebroken. Enkele maanden later stonden we letterlijk in de Ninglispo met 6 Electromachina.
If u tell a story, everyone is listening!
En deze strapatsen kwamen G. Thibault zaliger, mijn inspecteur, ter ore. Hij nam me mee naar het “verre” Antwerpen en ik begon te schrijven voor een leermethode die ik eigenzinnig liet omdopen tot GeoGenie. Ook richtte ik voor alle collega’s een excursie in naar Burger’s Zoo, eentje die hilarisch uit de hand liep ( enfin de voorbereidingen samen met Ludo Wevers alvast ).
Nadat ik opstapte bij Van IN ( toen nog Uitgeverij Standaard ) lijfde DieKeure me in en schreef ik op 4 maanden tijd Topos 3 & 4. Momenteel mag ik in een fijn team meeschrijven aan een nieuwe story ISAAC op maat van het nieuwe leerplan aardrijkskunde Maar da’s weer een ander verhaal.